Machu Picchu & Rainbowmountains

15 november 2017

Om zes uur in de ochtend werden we opgehaald bij het hostel voor de driedaagse Inca Jungle Trail naar de Machu Picchu. In een busje met nog zeven anderen werden we naar één van de hoogste bergen hier gereden (4300 meter). Het uitzicht onderweg was prachtig! In de afgrond zag je de rivier en langs de weg leek het net een jungle. De laaghangende wolken maakten het helemaal af. We moesten wel heel wat haarspeldbochten trotseren. Opeens riep iemand van achter uit de bus of we konden stoppen, omdat de jongen naast haar bijna moest overgeven van de misselijkheid. Maar stoppen op zo’n smal bergweggetje kan natuurlijk niet zomaar dus iedereen zocht als een gek naar een plastic zakje. De jongen was er echt slecht aan toe want hij raakte zelfs eventjes buiten bewustzijn. Waarschijnlijk kwam dat niet alleen door het geslinger, maar ook deels door de hoogte. Gelukkig konden we op een gegeven moment stoppen en na een paar happen frisse lucht was de jongen er weer. De gidsen gaven hem nog een drankje voor hoogteziekte en toen konden we weer verder.

Even later stopten we weer langs de weg om onze fietsoutfits aan te trekken. Daarna gingen we op mountainbikes verder langs dezelfde weg naar beneden. We fietsten in een lange slinger achter elkaar aan met de gids voorop en het busje achter ons aan. Het eerste stuk was super koud! We fietsten door de mist en het regende. Na ongeveer een uurtje fietsen werd het gelukkig wat droger en warmer. Maar toen kwamen we steeds vaker rivieren tegen die over de weg heen liepen waar we doorheen moesten fietsen. Toen waren we pas echt drijfnat. Aangekomen bij de eindbestemming kon iedereen zijn sokken uitwringen en wandelschoenen die helemaal vol water waren gelopen leeggooien. Ondanks dat was het wel super gaaf om te doen!

Na de lunch moesten wij met een ander busje meerijden, omdat de rest van de groep de vierdaagse tour deed. Via een onverhard weggetje met aan de ene kant bergen en aan de andere kant ravijn slingerden we naar het dorpje Santa Maria. We werden afgezet bij een hostel. Het eerste wat we deden was onze natte kleren uittrekken en onze bikini aan, want er waren hot springs in de buurt. In totaal waren er vier natuurlijke baden met verschillende warme temperaturen. Heerlijk om na zo’n dag lekker in warm water te dobberen. Terug in het dorp zijn we op zoek gegaan naar kranten om onze zeiknatte bergschoenen iets te drogen. In geen enkel winkeltje in het dorp was echter een krant te vinden en ook in het hostel hadden ze geen krant. Dus besloten we rijst te kopen en dat in onze bergschoenen te doen. We moesten toch wat want andere schoenen hadden we niet bij ons.

Om half zeven zou onze nieuwe gids bij het hostel komen voor verdere uitleg maar om acht uur was er nog niemand. Volgens de hosteleigenaar zaten we in het verkeerde hostel dus moesten we onze spullen weer inpakken. Met onze natte kleren en wandelschoenen met rijst wachtten we af in de receptie. De hosteleigenaar vroeg ons om onze papieren maar behalve onze namen en de dagindeling stond daar niet veel op. We wisten alleen de naam van onze organisatie en de naam van onze vorige gidsen, maar die deden bij de hosteleigenaar geen belletje rinkelen. Er was inmiddels wel een gids naar het hostel gekomen, maar hij was niet onze gids. Samen met de hosteleigenaar deed hij er alles aan om te achterhalen bij welke gids we wel moesten zijn. Na heel wat telefoneren waren we nog niet veel wijzer dus uiteindelijk gingen we met onze ‘nieuwe’ gids mee om met zijn groep te eten en konden we toch wel in het hostel blijven om te overnachten.

De volgende dag gingen we weer met een andere groep en gids mee om te ziplinen. Het ziplinen was één van de leukste dingen die we tot nu toe hebben gedaan. Het ziet er op het eerste gezicht spannend uit, maar als je door de lucht zoeft is het alleen maar leuk want je hebt een prachtig uitzicht. Er was ook een hangbrug met een paar houten latjes waar we overheen moesten. Dat vond ik wel doodeng. ’s Middags hadden we een wandeling van drie uur voor de boeg. Het was best warm met de daypack met al onze spullen voor drie dagen op de rug. Na drie uren lopen kwamen we aan in Agua Calientes, het dorpje dat het dichtst bij de Machu Picchu ligt.

De volgende dag was ‘the big day’. We stonden half vier op. Agua Calientes betekent ‘warm water’ maar de douche in het hostel was helaas ijskoud. Ik was wel meteen wakker. Met onze hoofdlampjes op gingen we in het donker op weg naar de Machu Picchu. Er waren al meer groepjes onderweg want dat kon je zien aan de lichtjes die we verderop zagen bewegen. Het gaf een heel onwerkelijk gevoel om zo vroeg in het donker op pad te gaan. We kwamen aan bij een brug en daar stond een hele lange rij mensen. Wij dachten dat de rij bedoeld was voor de mensen die met de bus naar de Machu Picchu gingen. De gids had gezegd dat de mensen die lopend gingen na de brug rechts moesten maar toen we de brug over wilden gaan werden we tegengehouden. Blijkbaar moesten wij ook in de rij gaan staan. Er werd niks uitgelegd dus stonden we daar maar te wachten en te wachten. Na een hele poos wachten mochten we eindelijk rond vijf uur de brug over en echt aan onze tocht naar de Machu Picchu beginnen.

De tocht omhoog duurde maar een uur maar langer had ook echt niet gehoeven. Het was nog best een opgave om langs de stenen trappen door de bushbush omhoog te klimmen. Het duurde niet lang voordat je buiten adem was en helemaal bezweet. Na een uur zwoegen kwamen we eindelijk bij het einde. Wat een opluchting. Het was het dubbel en dwars waard want de Machu Picchu stelde ons niet teleur. We hadden er prachtig weer bij. In het begin van de ochtend zag je nog vrij weinig door de laaghangende wolken maar langzaamaan trokken de wolken op en verscheen er een heel dorp midden op een berg omringd door andere bergen. Heel magisch. Na een paar uren ronddwalen in het dorp en van het uitzicht genieten zijn we weer afgedaald naar Agua Calientes. In het eerste het beste restaurant zijn we neergeploft en hebben we gesmuld van een broodje hamburger met patat. We gingen met de trein terug naar Ollantaytambo waar een busje op ons zou wachten. Tot onze verbazing zagen we daar inderdaad iemand met onze namen op een bordje.

Op onze laatste dag in Cusco stonden we om 3 uur ’s nachts op want om half vier zouden we opgehaald worden voor de tocht naar de Rainbowmountains. Om vier uur was er nog niemand. Toen het half vijf was en we bijna besloten om maar weer naar bed te gaan ging de bel. Daar was onze gids. De bus was kapot gegaan waardoor ze van bus hadden moeten wisselen. We hadden dus nog wel een uurtje langer kunnen slapen! Het was drie uren rijden met de bus door een prachtige omgeving. We volgden een smal weggetje door kleine dorpjes en langs rivieren en ravijnen. Rond negen uur begonnen we aan de klim. In het begin hadden we stralend weer met het zonnetje erbij maar al snel veranderde het weer. Het werd een stuk kouder en het begon te regenen wat later in hagel veranderde. Hoe hoger we kwamen, hoe vermoeiender het werd. Zo nu en dan moesten we wel stoppen om op adem te komen. Na twee uren lopen kwamen we aan op de top (5009 meter). Helaas was er te veel mist en sneeuw om de kleuren van de regenboogberg goed te kunnen zien. Maar het uitzicht onderweg met bergen in verschillende kleuren maakte veel goed. Door de hagel en regen was de weg super glibberig en blubberig geworden. Om ons heen waren mensen op sneakers of zelfs sandalen die niet zonder in de modder uit te glijden beneden kwamen. Wij waren ontzettend blij met onze bergschoenen want we zijn gelukkig zonder te vallen beneden aangekomen.

We zijn nu inmiddels in Puno. Vanmiddag gaan we naar Copacabana. Adios!

Foto’s

2 Reacties

  1. Adriaan:
    15 november 2017
    Moai ferhaal Tineke
  2. Sibbe jan:
    16 november 2017
    veel plezier en ziet er goed uit